16. Privaatrecht – Boek 6 van het BW (4)
Boek 6 van het BW: Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst (titel 4)
***
In dit hoofdstuk bespreken we titel 4 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (‘BW’).
Titel 4: Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst
Titel 4 kent drie verbintenissen uit andere bron:
- uit zaakwaarneming
- uit onverschuldigde betaling
- uit ongerechtvaardigde verrijking
Deze bronnen leiden tot aanspraken van, respectievelijk, jegens:
– de zaakwaarnemer jegens degene wiens zaak werd waargenomen
– degene die onverschuldigd heeft betaald jegens degene aan wie dat werd gedaan
– degene ten koste van wie ongerechtvaardigd werd verrijkt jegens degene die zich heeft verrijkt
We geven in dit hoofdstuk enkel de wettelijke omschrijving van deze begrippen.
Zaakwaarneming
Art. 6:198 bepaalt: “Zaakwaarneming is het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen.”
Onverschuldigde betaling
Art. 6:203:
Lid 1: “Degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, is gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen.”
Lid 2: “Betreft de onverschuldigde betaling een geldsom, dan strekt de vordering tot teruggave van een gelijk bedrag.”
Lid 3: “Degene die zonder rechtsgrond een prestatie van andere aard heeft verricht, heeft eveneens jegens de ontvanger recht op ongedaanmaking daarvan.”
Ongerechtvaardigde verrijking
Art. 6:212, lid 1: “Hij die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, is verplicht, voor zover dit redelijk is, diens schade te vergoeden tot het bedrag van zijn verrijking.”