JURIDISCH ALGEMEEN – De Consumentengids over rechtsbijstandverzekeringen

rechtsbijstandverzekeringIn de Consumentengids van september 2018 staat een artikel over de rechtsbijstandverzekering. Aanleiding is een test / enquête onder verzekerden. De gids vermeldt: “De geënquêteerden zijn maar gematigd enthousiast over de geboden hulp.” Het artikel komt in een tijd waarin steeds meer sociaal advocaten de bef aan de wilgen hangen. Is er een verband?

Sociale advocatuur

Recent verschenen berichten in de media dat veel sociaal advocaten met het werk stoppen. Reden is dat er met toevoegingen geen droog brood te verdienen valt. De minister lijkt intussen weinig trek te hebben in verhoging van de beschikbare budgetten.

Kennelijk is de overheid niet langer bereid om (genoeg) middelen beschikbaar te stellen om sociaal zwakkeren te voorzien van bijstand door een advocaat wanneer zij die nodig hebben.

Dat is om meerdere redenen problematisch. Maatschappelijke, rechtsfilosofische en rechtsstatelijke beginselen vereisen dat mensen kunnen beschikken over een advocaat indien de situatie daarnaar is. En dat de staat de kosten daarvan op zich neemt als de desbetreffende persoon onvoldoende financieel draagkrachtig is.

Gezondheidszorg

In die zin lijkt de juridische dienstverlening misschien wel wat op de medische dienstverlening. Ook daar geldt dat iedereen, ongeacht zijn of haar financiële draagkracht, de beschikking dient te krijgen over medische hulp.

De gedachte lijkt dan ook niet zo vreemd om in de rechtspraktijk, in navolging van de gezondheidszorg, te gaan voorzien in een verplichte (volks)verzekering. Wellicht baat het de sociale advocatuur ook als er in de rechtspraktijk verplicht wordt verzekerd op basis van het solidariteitsprincipe, zoals dat nu gebeurt in de gezondheidszorg.

Toch is het maar de vraag of de overheid die gedachte zal omarmen. De (overheids)kosten van de gezondheidszorg rijzen immers de pan uit. Nóg een dergelijke algemene maatschappelijke kostenpost invoeren – in de vorm van een verplichte (volks)rechtsbijstandverzekering – zal de overheid niet snel willen.

Rechtsbijstandverzekering

De financiële onaantrekkelijkheid van een (volks)rechtsbijstandsverzekering blijkt ook uit het artikel over rechtsbijstandverzekeringen in de Consumentengids.

Uit een overzicht in het artikel blijkt dat mensen zich kunnen verzekeren tegen de kosten van rechtsbijstand voor een jaarpremie van rond de 200 a 300 euro.

Dat is zo ongeveer het uurtarief van een gemiddelde, commerciële, advocaat.

Deze wanverhouding tussen jaarpremie en gemiddeld commercieel uurtarief uit zich in de verhalen die verzekerden in de Consumentengids vertellen. Om er enkele punten uit te halen:

– verwacht er niet te veel van
– je moet als verzekerde eigenlijk alles zelf doen
– rechtsbijstandverzekeraars spannen zich niet echt voor de verzekerde in
– de verzekeraar koopt juridische kwesties nogal eens af
– een beroep op de verzekering wordt snel afgewezen
– men heeft de neiging om snel te schikken

Hier zal niemand in de rechtspraktijk van opkijken. Ook wanneer wordt uitgegaan van lagere uurtarieven dan die in de commerciële advocatuur, lijkt het onmogelijk om voor de genoemde jaarpremies daadwerkelijk kwaliteit te leveren. Zeker niet wanneer je leest dat 10% van degenen met een juridisch probleem zijn rechtsbijstandsverzekering raadpleegt, en er jaarlijks zo’n 400.000 zaken worden aangemeld bij de verzekeraars.

Te complex, te duur

De rechtspraktijk is eenvoudigweg te complex om de kosten ervan in de hand te houden. Dat heeft ze gemeen met de gezondheidszorg (waar behandelingen en apparatuur ook niet uitblinken in eenvoud). Ook als advocaten op 25% van hun gangbare uurtarief gaan zitten, is het allemaal nog niet te betalen voor de gemiddelde mens. Ga er maar aan staan: de tijd die gaat zitten in jurisprudentieonderzoek, het schrijven van processtukken, het plegen van overleg, het bijwonen van een zitting, etc.. En dan hebben we het nog geeneens over zaken als conclusies nemen, bewijsperikelen, hoger beroep en tenuitvoerlegging. Plus de kosten van derden: griffierechten, deurwaarderskosten, etc..

Het roept dezelfde soort vragen op als in de gezondheidszorg (tot terechte ontsteltenis van velen) af en toe wordt gesteld: Is het het allemaal wel waard? Is het verlengen van een mensenleven met drie maanden vele duizenden euro’s waard? Wel als je familie bent natuurlijk. Maar hoe zit dat op het abstracte niveau van staat en samenleving?

In dezelfde zin (zij het op een banaler niveau) kun je je afvragen of het bij een verkeerd geplaatste keuken van 6000 euro (een voorbeeld uit de Consumentengids) zin heeft om juridisch ‘alles uit de kast te trekken’. 6000 euro is voor een gemiddelde mens een groot bedrag. Maar heel ver kom je er niet mee in een juridische procedure. Zeker niet als de kans groot is dat een deskundige eens naar de keuken moet gaan kijken, en er een kans bestaat dat er door iemand hoger beroep zal worden ingesteld.

Dus, inderdaad, dan wil er nog wel eens geschikt worden (in het voorbeeld uit de Consumentengids voor 3000 euro). En, inderdaad, dat voelt niet altijd rechtvaardig (zoals een verzekerde in het artikel opmerkte nadat een kwestie door de verzekeraar was afgekocht).

Oplossingsgerichte aanpak

Het is dan ook niet zo gek dat de minister stelt dat men in de rechtspleging wat oplossingsgerichter te werk moet gaan. Waarmee hij bedoelt dat juridische kwesties buiten het rechtssysteem moeten worden afgehandeld (mediation! (… of probeert hij rechtsbijstandverzekeringen te verkopen?…)).

Dat lijkt een prima idee. Maar toch gaat het voorbij aan een belangrijk probleem dat ons inziens eerst maar eens moet worden geadresseerd: de onnodig complexe juridische procespraktijk. Aan een buitenstaander valt niet uit te leggen dat juristen dikke boeken schrijven over kwesties die geen ander doel lijken te dienen dan de puzzelzin van de jurist te bevredigen. De vraag bij welke rechter een schadeclaim tegen de overheid moet worden ingediend doet vele juristen het speeksel uit de mond lopen. Het was het populairste scriptieonderwerpen op de universiteit. Maar het valt aan een leek allemaal niet uit te leggen. ‘Kun je niet gewoon een brief schrijven aan de rechtbank, en ze daar vervolgens zelf intern laten bepalen welke van hun rechters ze het beste op de zaak kunnen zetten?’ merkte een niet-jurist ooit eens op. Probeer daar maar eens een antwoord op te geven zonder de woorden ‘nu eenmaal’, ‘gewoon’ of ‘staat in de wet’ te gebruiken.

Het voorstel om oplossingsgerichter te werken lijkt dan ook prima. Maar om te voorkomen dat rechtsstatelijke beginselen en rechtvaardigheidsprincipes teveel eroderen, is het wellicht zaak om dat binnen de kaders van het systeem te doen. Oplossen binnen het systeem, in plaats van proberen op te lossen door iets buiten het systeem te houden. Dat betekent dat het systeem zich eerst maar eens moet ontdoen van onnodige complexiteit.

Bij voorbaat onze excuses aan puzzellustige juristen en hoogleraren…


Hebt u vragen over een juridische kwestie? Hecht u belang aan een oplossingsgerichte benadering? Neem dan contact met ons op:

Contact

Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.