ALGEMEEN – Goed nieuws: minder rechtszaken!
Uit het jaarverslag van de Raad voor de Rechtspraak over 2018 blijkt dat er (wederom) sprake is van een afname van het aantal rechtszaken. En dat is vanzelfsprekend goed nieuws! Te verwachten valt dan ook dat deze afname in de branche volop wordt gevierd. De rechter mag immers, net als de arts, verheugd zijn over het feit dat er minder ‘patiënten’ zijn. Dat wijst namelijk op een toenemende algemene (juridische) gezondheid van de Nederlandse burger. Toch?
Griffierecht
Of is de afname van het aantal rechtszaken niet te wijten aan deze ‘juridische gezondheid’? Volgens de Raad voor de Rechtspraak komt de daling door de verhoging van het griffierecht per inwerkingtreding van de Wet griffierechten burgerlijke zaken (‘Wgbz’) vanaf 2010. Dat schrijft de Raad althans op pagina 16 van zijn jaarverslag. De Raad verwijst daarbij naar het onderzoeksrapport van het WODC uit – naar wij aannemen – 2017. Een rapport dat is opgesteld onder verantwoordelijkheid van een begeleidingscommissie bestaande uit afgevaardigden uit beroepsorganisaties van o.a. rechters, deurwaarder en advocaten, en dat gebruik heeft gemaakt van enquêtes onder medewerkers in de branche.
Verbazing
Deze conclusie van het WODC mag gerust verbazingwekkend worden genoemd. Immers, de hoogte van de verscheidene griffierechttarieven valt volledig in het niet bij andere kosten die gemoeid zijn bij het voeren van rechtsgedingen. Niet in de laatste plaats bij de advocaatkosten.
De gemiddelde uurtarieven van advocaten liggen tussen de 250 en 300 euro. Exclusief btw en kantooropslag. Terwijl een opdracht aan een advocaat tot het voeren van een rechtszaak in wezen een ‘open einde’ opdracht is. Advocaat noch cliënt weten tevoren hoeveel tijd daarmee gemoeid zal zijn. Maar ga er maar vanuit dat de tijdsbesteding niet gering is. Hetgeen veel te maken heeft met de inefficiënte manier van werken in de branche (papier, fax, exploiten betekenen, bureaucratie, rolzittingen, lange termijnen), de onzekere uitkomsten van procedures (vraag uw advocaat wat uw kansen zijn in een procedure, en u zal veelal geen antwoord krijgen) en vele onnodige randverschijnselen (zoals ontvankelijkheids- en bevoegdheidsgedoe).
Eruit gestapt
Wij kennen dan ook veel advocaten die, net als wij, om deze redenen uit het vak zijn gestapt. Na jaren van procederen komt men erachter dat enkel de bankrekening van het advocatenkantoor er iets mee is opgeschoten. Cliënten raken gefrustreerd en woedend door de traagheid van procedures, de deftige arrogantie van de advocaten (“Zoals ik u net heb geprobeerd uit te leggen…”) en de schrik die hen voortdurend om het hart slaat als er weer een declaratie van de advocaat op de deurmat ligt. Veelal voorzien van een wel zeer abstracte specificatie van de in rekening gebrachte tijd. Zaken die ook het winnen van de procedure niet goedmaakt.
De eerste advocaten die de toga aan de wilg hangen, zijn de meer idealistische. Gevolg is dat de beroepsgroep per saldo steeds cynischer wordt. De dure lease-auto maakt het chagrijn van de clientèle kennelijk ruimschoots goed.
‘Juridisch gezond’
Wie zijn wij om het onderzoek van het WODC ter discussie te stellen? Toch menen wij dat de verhoging van het griffierecht niet per se de enige verklaring is voor de afname van het aantal rechtszaken.
Een verklaring zal mede schuilen in het feit dat de burger ‘juridische gezonder’ is geworden. Met als gevolg dat hij minder een beroep doet op de ‘juridische geneesheer’ (rechter, advocaat). Waarbij wij onder ‘juridische gezondheid’ verstaan, de volwassenwording van diezelfde burger, en zijn toegenomen kennis van het wel en wee van de rechtspraak. Die volwassenwording is er een van ‘er zelf onderling uitkomen’. Niet meteen op basis van emoties het conflict aanwakkeren. En problemen proberen op te lossen in plaats van een oordeel te vragen aan een ‘vaderfiguur’ of ‘moederfiguur’ (rechter).
De toegenomen kennis van de rechtspraak leert de burger intussen dat procederen vreselijk duur is. Dat het winnen van een zaak zelden een (financieel) positieve uitkomst is. En dat procederen in veel gevallen eenvoudigweg zinloos is (iets dat met name met betrekking tot het bestuursrecht steeds meer doordringt. De overheid wint immers het gros van de zaken tegen de burger. Iets dat in het systeem zit ingebakken).
Oplossen
De toekomst van het recht zit in het oplossen van geschillen. En het vermijden van de toga-beroepers. Dat je als patiënt (rechtzoekende) moet voorkomen in het ziekenhuis (de rechtszaal) terecht te komen, was al langer bekend bij grote ondernemingen. Deze lossen kwesties aan de onderhandelingstafel op. Inmiddels lijkt ook de burger de anachronistische toga’s zat te zijn geworden. Te duur, te traag en te onzeker. Vandaar, volgens ons, de afname van het aantal rechtszaken.
Vragen en advies
Hebt u vragen over conflicten en over de oplossing ervan? Wilt u weten in hoeverre motivationele technieken kunnen worden ingezet bij het bereiken van resultaten en oplossingen? Neem dan contact met ons op:
Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.