3. Begrippen – Enkele voorbeelden

Enkele voorbeelden van wetten, amvb’s en ministeriële regelingen

***

Voorbeelden

We geven enkele voorbeelden van de in het vorige hoofdstuk bedoelde hiërarchie. Dat doen we aan de hand van een in het omgevingsrecht bekend trio:

– wet: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (‘Wabo’),
– amvb: het Besluit omgevingsrecht (‘Bor’),
– ministeriële regeling: de Regeling omgevingsrecht (‘Mor’).

Deze drie hangen nauw met elkaar samen en worden vaak tezamen in één zin genoemd. Maar ze hebben ook relaties met andere regelingen (zie voorbeelden 3 en 4 hieronder).

Voorbeeld 1:

Art. 1.1, lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (‘Wabo’) bepaalt: “Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden categorieën inrichtingen aangewezen (…) waarvan het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben moet worden onderworpen aan een voorafgaande toetsing, gezien de aard en de omvang van de nadelige gevolgen die de inrichtingen voor het milieu kunnen veroorzaken.”

Die amvb is het Besluit omgevingsrecht (‘Bor’). Art. 2.1 van het Bor wijst de desbetreffende categorieën aan (waarbij het naar een bijlage bij het Bor verwijst).

Voorbeeld 2:

Art. 4.3, lid 3 van het Bor bepaalt: “Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop een aanvraag langs elektronische weg wordt ingediend (…).”

Die regeling is de Regeling omgevingsrecht (‘Mor’). Art. 1.4, lid 1 van de Mor bepaalt bijvoorbeeld: “Gegevens en bescheiden die langs elektronische weg bij de aanvraag worden verstrekt, worden aangeleverd in een van de volgende archiefwaardige bestandsformaten: (…)” (waarna deze formaten worden beschreven).

Voorbeeld 3:

In het vorige hoofdstuk merkten we op dat een amvb op meerdere wetten kan zijn gebaseerd. Dat geldt ook voor het Bor. Het Bor bevat niet enkel nadere uitwerkingen van de Wabo (zoals art. 1.1, lid 3 Wabo uit het eerste voorbeeld), maar ook van de Wet milieubeheer, de Mijnbouwwet en de Wet geluidhinder.

Zo bepaalt art. 41, lid 3 van de Wet geluidhinder: “Een opgeheven zone [rond een industrieterrein] bestaat voort zolang zich op het terrein een of meer inrichtingen bevinden, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.”

Die amvb is het Bor. Dat bepaalt in art. 2.1, lid 3: “Als categorieën inrichtingen als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, worden aangewezen de categorieën inrichtingen in bijlage I, onderdeel D.”

Voorbeeld 4:

En zo zijn er ook meerdere lagere regelingen gebaseerd op de Wabo. Zie o.a. art. 1, lid 1 van het Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving (een ministeriële regeling): “Deze regeling vindt mede haar grondslag in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening.”


Ga naar:
vorige hoofdstuk
volgende hoofdstuk
inhoudsopgave