BESTUURSRECHT – Wob-verzoek
Wij opereren graag voor beide zijden van het bestuursrechtelijke spectrum: de overheid en de burger. En dat zouden meer juristen moeten doen, want zo doe je nog wel eens wat inlevingsgevoel op. Neem het fenomeen Wob-verzoek: snel over de schutting gegooid, maar, o man, wat zadel je de boel op met werk…
Wob-verzoekje
‘Wob’ staat voor ‘Wet openbaarheid van bestuur’. Op grond van die wet mag iedereen, zonder enig belang te stellen, overheidsinformatie opvragen bij de overheid. Die informatie moet gaan over een ‘bestuurlijke aangelegenheid’. Zaken bij de overheid gaan al snel over zo’n aangelegenheid.
Zo’n Wob-verzoekje is snel gedaan. Je schrijft een twee-regelig briefje aan de overheidsinstantie waarin je vraagt om “alle informatie die betrekking heeft op kwestie X in de ruimste zin”. En vervolgens beginnen allerlei wettelijke termijnen te lopen en raakt het aangezochte overheidsorgaan vreselijk aan het werk.
Qua wettelijke termijn moet het overheidsorgaan binnen 4 weken met een besluit op het verzoek komen. Dat mogen ze – gemotiveerd – verlengen.
Inventarisatie
Qua ‘vreselijk aan het werk’ betekent het dat de desbetreffende overheidsorganisatie een medewerker die toevallig het corvee heeft de (digitale) archieven instuurt om daar alle info met betrekking tot kwestie X op te zoeken. Waarmee hij zomaar een week mee bezig kan zijn.
Vervolgens heeft de arme man de stukken boven water gekregen, en maakt hij een bestand aan waarin hij alle gevonden info plaatst. Om vervolgens de Wob-behandelaar (veelal een jurist) een linkje te mailen naar dat bestand met de toewensing: “Succes ermee!”
Zwart lakken
De Wob-behandelaar print alle stukken uit het bestand vervolgens uit. Dat kan zomaar gaan om duizenden pagina’s aan tekst, correspondentie, e-mails, contracten, en noem maar op. Die duizend(en) pagina’s moet hij lezen en tegen de zogenaamde uitzonderingsgronden uit de Wob houden (art. 10 en 11). Komt hij iets tegen waarvan hij meent dat het niet openbaar moet worden gemaakt (vanwege een van die uitzonderingsgronden), dan gaat hij er met een ‘lakstift’ doorheen. Het resultaat daarvan zijn de bekende zwart gelakte passages waar journalisten vaak zo verbolgen over zijn.
Professioneel zwart lakken
Er zijn organisaties die voortdurend Wob-verzoeken krijgen. Die zijn daar inmiddels op ingesteld doordat zij een heuse ‘Wob-coördinator’ hebben en software om citaten te lakken. Tot dergelijke investeringen zijn evenwel niet alle overheidsorganisaties bereid of in staat.
Met als gevolg dat er hier en daar – zeg maar op veel plekken – nog steeds met de hand wordt gelakt. Met de ‘Edding 3000’ dus. Een teerstift die klinkt als een atoombom, maar die in de praktijk tekst gewoon laat doorschijnen na zwartmaken. Zwart lakken is wat dat betreft een vrij arbeidsintensief klusje dat vergt dat je passages op zijn minst drie maal moet lakken voordat de tekst daadwerkelijk onzichtbaar is.
Zienswijzen
Heb je dit soort zaken als eenvoudige gemeentemedewerker eenmaal afgerond, en dus het archief doorgespit, de duizenden pagina’s aan info gelezen en bestudeerd en ook nog eens passages gelakt, dan moet je allerlei mensen die in de gevonden stukken zijn aangetroffen (veel informatie heeft immers betrekking op, of is afkomstig van derden) de gelegenheid geven om iets te vinden van jouw lakwerkzaamheden. Vaak willen die mensen dat er meer wordt gelakt. Of minder. Maar hoe dan ook, ze vinden iets. En ze moeten gelegenheid krijgen om er iets van te vinden. En dus schort je de termijn voor openbaarmaking maar weer op om die gelegenheid te bieden.
Complot!
Intussen beginnen de Wob-verzoekers het hele gedoe verdacht lang duren. Dat Wob-verzoek was immers een maand geleden al ingediend! En nog steeds is niks vernomen! Dus die overheidsinstelling zit vast met de handen in het haar.
Wat willen zij verbergen?
En nou ook nog eens een verdagingsbrief, en een brief dat de beslissingstermijn wordt opgeschort totdat belanghebbenden een zienswijze hebben mogen indienen.
De overheid werkt ons tegen, zoveel is duidelijk!
Nee
Nee, de overheid werkt niemand tegen. De overheid wil graag informatie delen. Maar besef tot hoeveel werk een eenvoudig Wob-verzoekje kan leiden. (Digitale) archieven worden doorzocht, duizenden pagina’s uitgeprint en doorgespit op niet-deelbare informatie en mensen die in die info genoemd worden moeten gelegenheid krijgen om iets te vinden van openbaarmaking van stukken die op hen betrekking hebben.
Anders gezegd: een Wob-verzoek leidt tot gigantisch veel werk bij de desbetreffende gemeente (of ander orgaan). De grote overheidsorganen stellen daarvoor speciale mensen aan en hebben voorzieningen om het proces te bespoedigen (software!), maar de gemiddelde gemeente niet steeds.
Zwart lakken is niet per se stiekemigheid
En, nee, zwart lakken is geen stiekemigheid. Binnen overheidsorganisaties wordt gecommuniceerd zoals u en ik dagelijks communiceren. Het is ‘ikken en jijen’, hardop nadenken, nicknames en gevloek en gescheld (vooral op de mail). De Wob-wetgever heeft daar rekening mee gehouden en aangegeven dat het niet de bedoeling is dat dat soort interne uitwisselingen zomaar op straat moeten komen te liggen. Mensen die voor de overheid werken moeten in vrijheid hardop kunnen nadenken, kunnen brainstormen, vloeken en rare dingen kunnen zeggen. Zonder dat zij voortdurend het idee hebben dat wat zij zeggen en schrijven straks op straat komt te liggen.
Want ga je alles openbaar maken, dan wordt iedereen binnen een overheidsorganisatie dermate voorzichtig in zijn / haar uitingen, dat de boel onwerkbaar wordt.
Soms wel
Maar soms wordt er door de overheid natuurlijk wel wat verborgen in strijd met de Wob. Het werken aan beide zijden van het bestuurlijk spectrum maakt dat wij dat al snel kunnen doorzien. Om die reden kunnen we bezwaar- en beroepzaken goed gefundeerd en gemotiveerd aanbrengen. En onze ervaring in het bestuursrecht maakt dat we weten waar we naar op zoek moeten.
Vragen en advies
Hebt u vragen over de Wob? Neem dan contact met ons op:
Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.