BELASTINGRECHT – Bouwleges (2)

bouwlegesIn een vorige blog schreven we over de wettelijke regeling van de bouwleges. We wezen daarbij op de bepaling in de Gemeentewet dat de gemeente bij de heffing van deze leges geen winst mag maken. Voor bouwers is dit regelmatig aanleiding om bezwaar te maken tegen de legesheffing. Volgens hen brengt de gemeente in hun geval dermate veel leges in rekening dat het niet anders kan dan dat de gemeente er winst op maakt. In deze blog gaan we kijken hoe de rechter tegen dit soort zaken aankijkt.

De Gemeentewet en leges

In onze vorige blog verwezen we al naar art. 229b, lid 1 van de Gemeentewet (‘GemW’), waar staat:

“In verordeningen op grond waarvan rechten als bedoeld in artikel 229, eerste lid, onder a en b, worden geheven, worden de tarieven zodanig vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake.”

De genoemde ‘rechten als bedoeld in artikel 229, eerste lid, onder a en b’ zijn:

  • die ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn (lid 1, sub a)
  • die ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten (lid 1, sub b)

De bouwleges vallen onder deze laatste categorie (lid 1, sub b).

De belastingrechter over bouwleges

Uit de belastingrechtspraak zijn onder andere de volgende uitgangspunten te herleiden met betrekking tot de heffing van bouwleges:

  • bij de toets of de geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde lasten gaat het erom of de gemeente in redelijkheid tot haar raming heeft kunnen komen (HR 26 april 1989, nr. 25542 ; HR 4 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:777 en 780 ; Hof Arnhem-Leeuwarden 7 oktober 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7737 ; Hof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2015:1948).

Toelichting : De wet (art. 229b, lid 1 GemW) spreekt over ‘raming’. De gemeente moet in redelijkheid tot de desbetreffende raming zijn kunnen komen. Dat achteraf – na het desbetreffende begrotingsjaar – blijkt dat de baten de lasten feitelijk te boven zijn gegaan, is dus van minder belang. Dat betreft immers een vaststelling achteraf. Bij een raming gaat het om een inschatting vooraf.

  • bij de toets of de geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde lasten moet worden gekeken naar de gehele verordening (HR 4 februari 2005, ECLI:NL:HR:2005:AP1951 ; HR 13 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:282 ; Hof Amsterdam 14 augustus 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3297).

Toelichting : Deze toets vindt dus plaats op het niveau van de gehele legesverordening. Het gaat er dus niet om of de geheven legesomvang in redelijke verhouding staat tot de dienst die daar tegenover staat. Het gaat erom dat naar het totaal van de onder de verordening vallende diensten wordt gekeken. Het kan daarom zo zijn dat in een concreet geval de geheven leges vele malen omvangrijker mogen zijn dan de kosten die zijn gemoeid met de behandeling van de desbetreffende vergunningsaanvraag. Dat blijkt ook uit de volgende uitspraak:

  • tussen de hoogte van de geheven leges enerzijds en de omvang van de ter zake van gemeentewege verstrekte diensten dan wel de door de gemeente gemaakte kosten anderzijds is geen rechtstreeks verband vereist (r.o. 3.5.1 van HR 14 augustus 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI1943, waar wordt verwezen naar HR 24 december 1997, nr. 32569, LJN AA3345, BNB 1998/70).

Toelichting : In bijvoorbeeld Hof Amsterdam 13 mei 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1948 zou de gemeente circa € 580.000 winst hebben gemaakt op de desbetreffende vergunningsaanvraag. Het hof achtte dat niet onrechtmatig. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld Hof Amsterdam 14 augustus 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3297 waarin sprake zou zijn van leges die een veelvoud zouden bedragen van de werkelijk gemaakte kosten.

  • de gemeente mag vanwege het voorzichtigheidsbeginsel pessimistisch ramen (Hof Amsterdam 13 mei 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1948).

Toelichting : Het kan voorkomen dat een gemeente in een bepaald jaar wordt geconfronteerd met een omvangrijke vergunningsaanvraag die de facto leidt tot een (aanzienlijke) overschrijding van de opbrengstlimiet. Vraag in dergelijk geval is of de gemeente bij haar ramingen met die aanvraag rekening had behoren te houden. Uitgangspunt hierbij is dat bij de progose geen zekerheid of een volledig inzicht kan worden verlangd ten aanzien van het te verwachten aantal aanvragen en de bijbehorende bouwsommen. En: “Verder brengt dit mee dat het een gemeente die voorzichtigheid betracht bij het ramen van legesopbrengsten te dier zake, niet kan worden tegengeworpen dat zij die opbrengsten te pessimistisch heeft geschat.” (r.o. 3.6.3 van het genoemde arrest).

  • de wijze waarop en het tijdstip waarop inzicht is geboden in de geraamde baten en lasten ter zake van de diensten zijn niet bepalend voor het antwoord op de vraag of de geraamde opbrengsten de geraamde lasten overtreffen (HR 16 april 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM1236 ; Hof Arnhem-Leeuwarden 23 september 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7392).

Toelichting : De heffingsambtenaar kan dat inzicht verschaffen op basis van de begroting, maar ook op basis van andere gegevens, waaronder ook gegevens die niet bekendgemaakt zijn ten tijde van de vaststelling van de verordening. Het is niet zo dat al bij het vaststellen van de tarieventabel bij de verordening volledig inzicht moet zijn geboden in de geraamde baten en lasten.

Conclusie

Uit het voorgaande blijkt dat de belastingrechter het accepteert als de gemeente met betrekking tot een bepaalde vergunningaanvraag aanzienlijke ‘winst’ maakt. De kosten-en-batenafweging vindt namelijk plaats op het niveau van de gehele legesverordening (alle daarin opgenomen diensten). Daarbij geldt dat de toets aan de opbrengstlimiet vooraf – bij de raming – geschiedt, en niet achteraf. Het gaat er dan om of de gemeente in redelijkheid tot die raming heeft kunnen komen. Waarbij de gemeente, vanwege het voorzichtigheidsbeginsel, niet snel verweten kan worden de baten te pessimistisch te hebben geraamd.

Vragen en advies

Hebt u vragen over bouwleges? Neem dan contact met ons op:

Contact

Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.