BESTUURSRECHT – Participatiebeleid
Veel gemeenten kennen nu al participatiebeleid. En onder de Omgevingswet zal dat enkel meer worden. Vraag is of dat participatiebeleid wel goed doordacht is. Want als gemeente kun je er jezelf zomaar mee in de vingers snijden. Onnodig. Wat zeg je nu eigenlijk als gemeente als je stelt dat je aan ‘participatie’ doet? Wat betekent dat? Geef je daarmee rechten aan burgers, en leg je daarmee verplichtingen op aan bedrijven en ontwikkelaars? En wat voor rechten en verplichtingen zijn dat eigenlijk?
Participatieladder
‘Participatie’ is in wezen een leeg woord. Je kunt er van alles onder scharen. Wat dat betreft kent men in participatieland een zg. ‘participatieladder‘. En die maakt op zich al duidelijk hoe diffuus de term is. Onderaan de ladder heb je een trede die staat voor ‘informeren’. Dat wil zeggen dat participatie wordt gezien als het informeren van stakeholders (zoals burgers) over wat er op stapel staat. Meer niet. Terwijl de hoogste trede op de ladder staat voor ‘meebeslissen’. De stakeholder heeft op die trede misschien wel een veto. Daar zit een groot verschil tussen: enerzijds geïnformeerd worden, en anderzijds een veto hebben. En toch heet dat allemaal ‘participatie’. Tussen die twee uitersten zitten dan allerlei tussenvormen. Zoals mee kunnen praten. Of zienswijzen mogen indienen.
‘Zomaar’ beleid
Als gemeente moet je goed beseffen aan wat voor participatie je wilt gaan (laten) doen. Want veelal leggen gemeenten ‘zomaar’ participatieverplichtingen op aan bouwontwikkelaars. En dat doen die gemeenten in beleidsstukken. In dat beleid kan een gemeente aan een ontwikkelaar vragen om, bijvoorbeeld in geval van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het afwijken van een bestemmingsplan, aan ‘participatie’ te gaan doen. Zo’n beleidsstuk kan een omvangrijk document zijn, afkomstig van een ambtenaar die zich volledig in het onderwerp heeft verdiept, en daar flink de tijd voor heeft genomen. Het is zijn ‘stokpaardje’. Er staat een stappenplan in, en wellicht zelfs een lijst van participatiedocumenten die van de ontwikkelaar worden verwacht (notulen van overleg, correspondentie met stakeholders, etc.). Terwijl de participatie door de ontwikkelaar niet altijd als een volwaardige verplichting wordt gezien. Wat dat betreft zie je in de praktijk nogal eens dat ontwikkelaars zich er met een Jantje van Leiden afmaken. Hetgeen dan door de bouwafdeling van de gemeente, die ook helemaal niet zo into participatie is als haar collega van de participatieafdeling, door de vingers wordt gezien. Oftewel: bouwpraktijk en het stokpaardje van de beleidsambtenaar lopen nogal uiteen. De praktijk trekt zich niks van de nieuwerwetse beleidsbedenksels van de participatieambtenaar aan, en de boel gaat zoals de boel altijd gaat. Hetgeen wil zeggen: veel nadruk op de bouwplannen en nauwelijks op de participatie. Met flutdocumentatie op het gebied van participatie tot gevolg.
Participatiebeleid
Probleem is echter dat veel participatiedocumenten en -plannen van de gemeente als beleid zijn opgesteld. Dat betekent dat we te maken hebben met art. 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht. Oftewel: er is sprake van een zekere mate van zelfbinding door de gemeente. Of, duidelijker gesteld: je hebt je eraan te houden! Die gemeente zegt dat ze dingen doet onder een bepaalde voorwaarde. En dingen niet doet als aan die voorwaarden niet wordt voldaan. Als een dergelijke voorwaarde een uitgeschreven participatieverplichting is, dan kun je als gemeente of ontwikkelaar bij de bestuursrechter zomaar uitglijden over dit ondergeschoven kindje.
Lessen
De les is:
- Neem het opstellen van participatiebeleid serieus. Laat het niet over aan de ene ambtenaar achter het bureau, maar laat hem of haar zijn participatieplan afstemmen met de praktijkambtenaar. Daarbij zijn vragen van belang als: “is dit werkbaar?” En als het niet werkbaar is, hoe kan het belang van participatie dan worden gecommuniceerd naar die ontwikkelaar? Of moet je als gemeente een minder complex participatiedocument opstellen. Wat dat betreft ken ik gemeenten die het stappenplan als A4’tje bijvoegen bij een ontvangstbevestiging van een aanvraag.
- Besef dat sprake is van ‘beleid’ in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dat betekent dat je het moet toepassen. Participatie kan wat dat betreft geen ondergeschoven kindje zijn, maar zal, als ieder ander beleid, volkomen toepassing moeten vinden. Want anders ga je onderuit bij de rechter.
Vragen en advies
Hebt u vragen over het participatiebeleid? Neem dan contact met ons op:
Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.
Willem Brakenhoff