Iedereen heeft het maar over de ‘bruidsschat’. Maar wat is het nu precies? Op het internet is er veel informatie over te vinden. Maar zoals altijd is dat vooral toegesneden op ambtenaren en juristen. Waarbij mij dan steeds opvalt dat verwijzingen naar de wet- en regelgeving telkens ontbreken. Kennelijk wordt aangenomen dat iedereen wel weet waar die bruidsschat te vinden is. “In de omgevingsplannen!” zullen de specialisten dan antwoorden. Maar hoe is die bruidsschat daar dan in terecht gekomen? En, nogmaals, wat is die bruidsschat überhaupt?
De laatste tijd kom ik regelmatig in aanraking met razend interessante juridische kwesties, zij het vanaf de zijlijn dan wel vanaf de overkant. Ik zie ze echter allemaal verzanden in juridisch gewauwel of betweterij. Twee beruchte valkuilen. Bij de eerste is er een jurist in the lead die a la de man met de hamer in elk probleem een spijker ziet. Bij de laatste is men dermate overtuigd van het eigen gelijk, dat men iedere bevraging ziet als een grove heiligschennis. In beide gevallen gaat het ten koste van aandacht voor een van de belangrijkste facetten van de rechtspraktijk: het bewijs.
Sommigen zullen het een ‘controleneurose’ noemen, maar laatst mocht ik weer meemaken dat het ‘check check dubbel check’ zo af en toe toch zijn vruchten afwerpt. Ik had een beroepschrift en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de bestuursrechter. Binnen twee dagen had ik via de post de nota voor het griffierecht voor het beroep ontvangen. En zoals te doen gebruikelijk direct betaald. De andere nota liet iets langer op zich wachten. Maar ja, die zal op een gegeven moment ook wel komen, dacht ik…
Over de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen woensdag (22 november 2023) zal nog lang worden nagepraat. Voor mij was het aanleiding om het boek ‘The Righteous Mind’ (in Nederland: ‘Het Rechtvaardigheidsgevoel’) van Jonathan Haidt (Wiki) er weer eens bij te pakken. Haidt is een sociaal-psycholoog die onderzoek heeft gedaan naar moraliteit en politieke voorkeuren. Razend interessant natuurlijk voor iemand als ik die opereert op het snijvlak van recht en psychologie. Vloeit recht immers niet voort uit moraliteitsnoties? En vloeit het daarmee niet voort uit sociaal-psychologische processen? Als je Haidt leest, is dat inderdaad het geval. Beginselen als gelijkheid en evenredigheid lijken zelfs een evolutionaire grondslag te hebben. En ook politieke voorkeuren lijken evolutionair te verklaren. Wil je de verkiezingen van 2023 duiden, dan is het wellicht goed om Haidt er even bij te pakken.
Naast jurist ben ik ook toegepast psycholoog. Ik vind het dan ook zeer interessant om juridische zaken vanuit een sociaal-psychologisch perspectief te bekijken. Dezer dagen doe ik dat met betrekking tot de nieuwe Omgevingswet. Deze wet is al in 2016 gepubliceerd in het Staatsblad, en zal op 1 januari 2024 in werking treden, na vele malen te zijn uitgesteld. Dat uitstel had met name te maken met het feit dat de aan de wet gekoppelde digitale infrastructuur steeds niet op orde bleek. Dat zou nu anders moeten zijn. Maar velen waarschuwen voor ongelukken. De vraag die ik mezelf – als psycholoog – stel is: heeft waarschuwen eigenlijk wel zin?
Op 1 januari 2024 treedt het stelsel van de nieuwe Omgevingswet in werking. Wat betekent dat voor de mensen uit de omgevingsrechtelijke praktijk die op die dag – of althans, de dag erna – op het werk verschijnen? Alle liggende bouwaanvragen door de shredder halen en opnieuw laten indienen? Of zal de wetgever zoiets als overgangsrecht in het leven hebben geroepen om de overgang naar het nieuwe stelsel zo soepel mogelijk te laten verlopen? Wel, dat laatste natuurlijk. In deze blog een korte blik op het overgangsrecht met betrekking tot omgevingsvergunningen.
Het is nog enigszins zoeken op het internet naar de diverse wetten en besluiten rondom het stelsel van de nieuwe Omgevingswet. Hier zijn geconsolideerde versies te vinden van de Omgevingswet, de vier amvb’s en de Omgevingsregeling. Maar geconsolideerde versies van de invoeringsregelgeving heb ik (nog) niet kunnen vinden. Terwijl Invoeringswet, -besluit en -regeling ‘vanuit de flanken’ (d.w.z. vanuit de diverse aanvullingssporen) na publicatie op diverse manieren zijn gewijzigd en aangevuld. Het zal kennelijk wachten zijn tot 1 januari 2024, wanneer op overheid.nl de wetsteksten in geconsolideerde vorm worden gepubliceerd. Tot dan is het wat behelpen. In deze blog ga ik in op de wirwar aan vindplaatsen met betrekking tot overgangsrecht, tijdstippen, etc., met verwijzing naar gepubliceerde regelgeving.
Op 22 juli 2023 plaatste ik een blog over het vergunningvrij bouwen onder de nieuwe Omgevingswet. Het blijkt lastige materie te zijn. Dat heeft vooral te maken met de betekenis van de bruidsschat. In dit artikel vlieg ik het daarom anders aan: wat als die bruidsschat er nu eens niet zou zijn? Dat zou bij wijze van hypothese over een aantal jaar zomaar het geval kunnen zijn. De bruidsschat komt immers terecht in het tijdelijk deel van het omgevingsplan. En gemeenten zouden hem na verloop van tijd in principe volledig kunnen schrappen. Niet dat het waarschijnlijk is dat dat zal gebeuren (de wet kent verplichtingen t.a.v. de inhoud van het omgevingsplan), maar als denkoefening is de hypothese erg handig.
We leven in moderne tijden waarin het overgrote deel van de bevolking ‘hoog’ is opgeleid. Dat heeft twee gevolgen: 1) iedereen vindt zichzelf ontzettend slim, en 2) iedereen vindt de ander een stuk minder slim dan zichzelf. Als gevolg daarvan zien we aan de ene kant een hoop belerende toespraken (‘gepreek’), en aan de andere kant een groot verzet daartegen. Het zal de psycholoog allemaal niet verbazen. In dit artikel wordt een aantal psychologische inzichten besproken in samenhang met deze ontwikkeling: reactance en de ‘Better-than-average-heuristic’.
De (rechts)praktijk is al sinds jaar en dag bekend met het vergunningvrij bouwen. Het bestond onder de (oude) Woningwet en later ook onder de Wabo. Bij vergunningvrij bouwen roept iedereen dan ook meteen automatisch “Bijlage 2 Bor!” Want in die bijlage staan de lijsten met vergunningvrije (bouw)activiteiten. De wetgever heeft deze opnieuw willen opnemen in het stelsel van de nieuwe Omgevingswet. Maar het is even puzzelen om erachter te komen hoe hij dat precies heeft gedaan. In deze blog een poging om dat uit te leggen.