Je komt het vaak tegen: Bezwaarschriftencommissies die zijn ingericht als rechtbankjes. Voorafgaand aan de zitting van zo’n commissie schrijft het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen waartegen bezwaar werd gemaakt, een heus ‘verweerschrift’. En bij binnenkomst bij de commissie wordt de club van betrokkenen keurig in twee kampen verdeeld: de mensen van het bestuursorgaan dienen aan de ene kant van de zaal plaats te nemen en de bezwaarmakers aan de andere kant. Pal tegenover elkaar dus. Wat daar mis mee is? Dat zal ik u vertellen.
Op 8 december 2021 heeft de rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak die gaat over de vraag of een aangetekende brief daadwerkelijk is ontvangen. De uitspraak is een vervolg op een eerder door de Hoge Raad gewezen arrest over de ontvangst van de brief. In dat arrest gaf de Hoge Raad enkele handvatten voor de beoordeling van dit soort kwesties. De rechtbank Noord-Holland zei daarover “dat de Hoge Raad in ontvankelijkheidskwesties bij het controleren van de aanbieding van aangetekende post een tamelijk soepel criterium hanteert”. Is dat zo?
Vandaag – 11 januari 2022 – is de tekst van de Wet open overheid (‘Woo’) gepubliceerd in het Staatsblad (Stb. 2022, 14). De Woo zal per 1 mei 2022 in werking treden. De Woo vervangt de bekende (en beruchte?) Wet openbaarheid van bestuur (de ‘Wob’). Dat betekent echter niet dat er vanaf dat moment niet meer kan worden ‘gewobd’.
Deze week, op 27 oktober 2021, is de Wet open overheid (‘Woo’) gespubliceerd in het Staatsblad. Zie Stb. 2021,499. Tegelijkertijd is een wijziging op die wet gepubliceerd: Stb. 2021, 500. De Woo vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’). De Woo bepaalt in art. 10.1 dan ook dat de Wob wordt ingetrokken. De Wook is nog niet in werking getreden. Over de inwerkingtreding is het volgende bepaald …
Rechters zijn verplicht om hun uitspraken te motiveren. Dat heeft een aantal redenen, waaronder het rechtsgevoel van de partijen bij de rechtszaak. Iemand die in een procedure in het ongelijk wordt gesteld, zal zijn verlies gemakkelijker accepteren wanneer hem wordt verteld waarom hij in het ongelijk is gesteld. En dat heeft op zijn beurt weer te maken met respect. Rechters die niet motiveren zijn als ouders die tegen hun kind zeggen : “Het is gewoon zo, en nu je mond houden!” Vraag is daarom waarom het bij sommige instanties zo schort aan die motivering…
Stel dat je buurman een vergunning heeft gekregen voor een uitbouw, en dat dat jou niet zint. Je wilt bezwaar maken. Maar je wilt ook geen ruzie met je buurman. Kun je dan anoniem bezwaar maken? Sterker, is de gemeente niet sowieso verplicht om bezwaren anoniem te houden?
Er gaat nogal het een en ander op de helling de laatste tijd. Eerst hadden we Varkens in nood 1 en 2. Op grond daarvan blijf je als partij tegen een ruimtelijk besluit binnen de ‘wedstrijd’, ook al heb je verzuimd een zienswijze in te dienen. En nu de zaak ‘Breda’. Daarin werd bepaald dat de rechter niet meer ambtshalve toetst of een bezwaar- of beroepschrift door een instantie wel of niet ontvankelijk had moet worden verklaard wegens overschrijding van de bezwaar- of beroepstermijn. Wat is er aan de hand?
De wereld van het bestuursrecht is dermate dichtgemetseld met procedures, dat je door de bomen nog maar nauwelijks het bos kunt zien. Waarbij het bos natuurlijk staat voor datgene dat met al die regels wordt beoogd: rechtmatigheid. En dan in het bijzonder materiële rechtmatigheid. Een kant van de medaille waar tegenwoordig nog maar nauwelijks oog voor is. En dat kon nog wel eens te maken hebben met ‘procedure-angst’.
De nieuwe Omgevingswet benadrukt het belang van participatie. Maar het is niet bepaald duidelijk hoe het er in de werkelijkheid uit gaat zien. Sterker, het is geeneens duidelijk wat onder participatie moet worden verstaan. De kans is dan ook groot dat participatie ook onder de nieuwe wet slechts met de mond beleden zal worden. Hetgeen ons brengt tot de vraag : moet de participant niet gewoon het initiatief tot participatie nemen? Oftewel : lobby!
Eens in de zoveel tijd is het weer raak. Dan stromen de “Hebt u het al gehoord?’-berichtjes binnen via de juridische gremia. Dit keer ging het om een Afdelingsuitspraak met de aansprekende naam ‘Varkens-in-nood’. Wat is er aan de hand? Wel, voortaan mogen mensen die geen zienswijze hebben ingediend tegen een ontwerp-besluit in het omgevingsrecht, tóch naar de rechter. Wel, hoera, de wereld is weer een stukje mooier geworden…