TBR is het ‘Tijdschrift voor Bouwrecht’. Een vakblad voor juristen in de bouw en ruimtelijke ordening. Deze juristen hebben veel te maken met bestuursrechters, zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (‘ABRvS’). In het blad bespreken annotatoren uitspraken van de ABRvS. En in het augustusnummer waren ze opvallend kritisch over de ABRvS…
We komen het regelmatig tegen: mensen die in een publicatie lezen dat een omgevingsvergunning is verleend. Daarbij staat dan dat binnen 6 weken bezwaar kan worden gemaakt. En vaak gaat men er dan vanuit dat die 6 weken ingaan vanaf het moment dat het bericht is gepubliceerd. Maar dat zit toch echt anders met de bezwaartermijn.
Een paar weken geleden schreven we al dat steeds meer gemeentes steeds minder ‘rechtszaakje’ spelen bij bezwaarprocedures. Terecht, want die procedure is er helemaal niet voor om een derde instantie in het bestuursrechtelijke appèlstelsel te zijn. In de bezwaarprocedure moet de overheid nog eens goed kijken naar haar besluit. En die plicht wordt met voeten getreden als die overheid in de bezwaarfase het primaire besluit te vuur en te zwaard gaat verdedigen.
De laatste tijd hoor je steeds betere geluiden over de bezwaarprocedure in het bestuursrecht. Tot voor kort werd ze beschouwd, en ingericht, als een semi-rechterlijke aangelegenheid. Tegenwoordig lijkt ze eindelijk te worden ingezet waar ze voor is bedoeld: betere overheidsbesluitvorming. Dat lijkt te worden gewaardeerd door ‘de burger’.
Als je contracten opstelt ben je al snel geneigd om een model te gebruiken. En dat model kan zomaar gebaseerd zijn op een ander model. En zo verder. Tot een punt van oorsprong. En in dat punt van oorsprong kan een foutje zijn gemaakt. Gevolg is dat zo’n foutje doorwoekert. Zo komen wij regelmatig contracten tegen waarbij een overeenkomst namens een gemeente is aangegaan door een wethouder. Of een mandataris. Niemand die er op let. Want men gaat al snel over tot de inhoud. Bij procedures voor rechters geldt iets soortgelijks. Vraag is steeds : waar rust de bevoegdheid?
Deze week is het jaarverslag 2018 van de Rotterdamse bezwarencommissie gepubliceerd. Het verslag geeft een interessant kijkje in de keuken van het bestuursrecht op plaatselijk niveau. Zoals u wellicht weet, zijn wij dit jaar begonnen om de uitspraken van de hoogste bestuursrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, te inventariseren op winst dan wel verlies voor de burger c.q. het bedrijfsleven in hun rechtszaken tegen de overheid. Maar hoe zit dat alles eigenlijk op plaatselijk niveau?
Op onze pagina ‘Onderzoek Raad van State’ doen we tussentijds verslag van een onderzoek dat wij doen naar het aantal zaken waarin de overheid respectievelijk burger en/of bedrijf in het gelijk wordt gesteld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Reden van dat onderzoek is dat we van veel bestuursjuristen en -advocaten klachten vernemen over de lage slagingskans van rechtszaken tegen de overheid. Na inventarisatie van zes uitsprakendagen van de Raad van State geven we een tussentijdse conclusie…
Vanwege het beginsel van de scheiding der machten heeft de burger het niet altijd gemakkelijk in het bestuursrecht. De rechter mag immers niet op de zetel van het bestuur gaan zitten. En dus laat deze veel materiële beoordelingsvrijheid aan datzelfde bestuur. Deze materiële achterstelling van de burger wordt bepaald niet goedgemaakt door zijn formele procespositie. Is er (nog) ruimte voor rechtvaardigheid in het bestuursrecht?
In de wet (de Algemene wet bestuursrecht, of ‘Awb’) staat dat tegen een besluit van een bestuursorgaan (de overheid) in beroep kan worden gegaan bij de bestuursrechter (bij de rechtbank).
Maar hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk? Hoe stel je beroep in? En welke eisen gelden er voor een beroepschrift?
In deze blog bespreken we het beroep, en het beroepschrift.
Als een bestuursorgaan een besluit heeft genomen, dan staat onder dat besluit vaak dat daartegen bezwaar kan worden gemaakt.
Maar hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk? Hoe maak je bezwaar? En welke eisen gelden er voor een bezwaarschrift?
In deze blog bespreken we het bezwaar, en het bezwaarschrift.