Advocaten en juristen zijn duur. Enerzijds vanwege hun uurtarieven, en anderzijds vanwege het feit dat je nooit kunt inschatten hoeveel tijd ze aan een zaak kwijt zullen zijn. Gelukkig kun je in het bestuursrecht zonder advocaat procederen. Probleem is echter dat het bestuursrecht behoorlijk complex is. Er bestaan tal van processuele valkuilen. Bovendien is het vaak juist de juridische haarkloverij die een bestuursrechtelijke zaak kan maken of breken. Zou het dan niet toch beter zijn om maar een jurist in de arm te nemen? Of kan een jurist ook op een andere manier worden ingeschakeld, zodat zijn kosten controleerbaar blijven?
Het zal weinigen zijn ontgaan, althans in omgevingsland, maar over een jaar is het zo ver: dan treedt waarschijnlijk de nieuwe Omgevingswet in werking. Goed, er is wat gedoe met het digitale stelsel. Maar de minister heeft al aangegeven dat dat de feestvreugde niet mag bederven. En al helemaal de datum van inwerkingtreding niet. Het maakt ons zowel nostalgisch naar de oude wetgeving, als verheugend over de nieuwe. En daarom zetten we in dit bericht wat informatie bij elkaar over de ruimtelijke ordening: oude wetten, memories en inhoudsopgaven van de amvb’s. Met links en zo. Kijk maar wat u ermee doet.
Ze zeggen wel eens dat je de hele wereld zou moeten kunnen regelen met die ene regel, de Gulden Regel (regula aurea): Behandel anderen zoals je door hen behandeld wilt worden. Op de een of andere manier is het daar nooit van gekomen. We begonnen ooit met minimaal tien regels. En inmiddels schijnen er tienduizenden te zijn in Nederland. Of meer. Wat is in dat regeloerwoud eigenlijk de rol, en de waarde, van de zogenaamde rechtsbeginselen?
Het is ons rechtsgebied niet, belastingen en toeslagen. En dus volgen we de toeslagenaffaire vanaf de zijlijn. Toch hebben we inmiddels reden om het ons wat meer aan te trekken. Want wat lezen we in NRC: ‘„De bestuursrechtspraak”, schrijft de commissie, „heeft jarenlang een wezenlijke bijdrage geleverd aan het in stand houden van de niet dwingend uit de wet volgende, spijkerharde uitvoering van de regelgeving van de kinderopvangtoeslag. Daarmee heeft de bestuursrechtspraak zijn belangrijke functie van (rechts)bescherming van individuele burgers veronachtzaamd.”’ Is dit nieuws?
Moet je als cliënt mee naar de zitting van de bestuursrechter? Die vraag werd tot voor kort door iedereen in het vak eenvoudig beantwoord met een luid ‘ja!’ Het staat immers goed en toont betrokkenheid van de cliënt bij zijn zaak. Maar inmiddels neigt men in het vak steeds meer naar een ‘nee!’ En dat heeft alles te maken met de veranderde rol van de rechter.
We komen het regelmatig tegen in onze praktijk: iemand koopt een woning, doet daar blij verslag van aan vrienden en kennissen en wordt vervolgens onaangenaam verrast door een aangetekende brief van de gemeente. Inhoud van de brief: u bewoont een bedrijfswoning in strijd met het geldende bestemmingsplan. En: u moet dat ‘strijdig gebruik’ binnen zes maanden staken want anders verbeurt u een dwangsom van ettelijke duizenden euro’s. Daar sta je dan als trotse eigenaar van de nieuwe woning. Wat nu?
Het komt regelmatig voor dat mensen menen eigenaar te zijn van een stukje grond, en er later achter komen dat het wellicht toch anders zit. Dat kan twee kanten op werken. Er zijn er die menen eigenaar te zijn geworden vanwege verjaring. En er zijn er die menen eigenaar te zijn maar van wie de eigendom is verjaard. Hoe werkt dit juridisch?
Wat moeten we hier nou toch weer van vinden? Een kleine projectontwikkelaar in Rotterdam wordt (naar eigen zeggen) onder druk gezet door bezwaarmakers om te ‘dokken’. Zowel bezwaar als beroep van hen is afgewezen, maar ze trekken hun hoger beroep pas in als er een paar honderdduizend euro wordt neergelegd. Vraag van de week is: moeten ze betalen of niet? Wij hebben daar een nogal genuanceerde mening over.
De overheid kan bestuursdwang toepassen wanneer een burger of bedrijf bepaalde regels overtreedt. Die bestuursdwang kan het opleggen van een last onder dwangsom, of een last onder bestuursdwang zijn. In dit artikel gaat het over de eerste: de dwangsom. De dwangsommen die de overheid pleegt op te leggen blijken niet bepaald kinderachtig te zijn.
De nieuwe Omgevingswet is de afgelopen week in het nieuws geweest. De ICT-waakhond van de overheid was niet bepaald te spreken over de technologie die met de wetsherziening gepaard gaat. Advies: introduceer maar een lichtere vorm. Of iets waar je in ieder geval zeker van bent dat het tijdig functioneert. Er wordt steeds meer gepleit tegen de nieuwe wet. Aan de andere kant is er sprake van een spreekwoordelijke mammoettanker die op koers ligt. Die draai je niet zomaar om. Wat moeten we hier allemaal van denken?