MOTIVATIONEEL – Glasl en de kick van escalatie

Interessant artikel in NRC gisteren (11 augustus 2020). Het betrof een interview met Friedrich Glasl over de steeds vaker escalerende ruzies op sociale media. Hoe moet je omgaan met dat soort ‘fitties’? Althans, als je wilt de-escaleren. Want je kunt je natuurlijk afvragen of je dat überhaupt wel wilt, de-escaleren…

Twitter

Hoewel we ooit wel eens een account hebben aangemaakt op Twitter, leidt dat een kwijnend bestaan. We hebben nooit een tweet de ether ingeslingerd. Ons niet gezien om te gaan wrijven in die blauwe vlek. Het is meer iets voor mediamensen. Maar vanaf de zijlijn (d.i. zonder in te loggen) komen we wel eens terecht op het blauwe platform.

Je laten kennen

En als we daar dan even koekeloeren, blijkt het een razend interessante biotoop voor conflictbiologen zoals wij. Je ziet er voortdurend bekende mensen, van wie je aanvankelijk dacht dat ze redelijk beschaafd zijn, ontploffen. Op de meest emotionele en kinderachtige manieren. Lieden die op TV met serieuze gezichten commentaar geven op nieuwfeiten, lopen stampvoetend door het Twitterscherm. Het stoom komt ze uit de oren, en scheldpartijen, gevloek en gedreig uit de mond.

Het is, kortom, razend interessant.

Aangifte

Neem als voorbeeld racisme. Elke tijd heeft zijn eigen thema. En het thema op dit moment is racisme. Dat zal niemand ontgaan zijn. In de wetenschap is al langer bekend dat racisme sluimert als een veenbrand. En dat het een fenomeen is dat diep in het brein is ingeëtst. Er bestaat zelfs een heuse racisme-test: de IAT-test, oftewel ‘Implicit-association test’. De waarde van deze test is dat ie het onbewuste racisme bloot legt. Er zijn er immers maar weinig die bewust racistisch zijn. Uit de test blijkt dat dan ook: racisme is vaak onbewust, maar alom aanwezig. De verklaring daarvoor is een evolutionaire. Wat vreemd is, is potentieel gevaarlijk. En dus is een afwijkende huidskleur een potentieel gevaar, zo meent het ‘reptielbrein’.

Voer voor een razend interessant maatschappelijk debat zou je zeggen. Een debat dat op een ‘Jungiaanse’ manier tot een soort van bewustwording van het onbewuste zou kunnen leiden.
Maar nee hoor. Het hele zooitje loopt elkaar op Twitter uit te maken voor ‘nazi’, ‘racist’, ‘NSB’er’ of erger. Waarbij de onderliggende gedachte is dat de beschuldigde een overtuigd aanhanger van de Ku Klux Klan is. Met als vanzelfsprekend gevolg dat de beschuldigde denkt ‘dat pik ik niet, mij een racist noemen!’ Hetgeen begrijpelijk is, want zoals gezegd zijn er maar weinig bewust racistisch. En bovendien kun je je afvragen of de aanklager er bij een IAT-test beter vanaf zou komen dan de beschuldigde. Want bij hem is het net zo onbewust als bij zijn opponent.

Het overkwam Max Pam, columnist bij de Volkskrant. Na publicatie van een column werd hij door iemand voor racist uitgemaakt. En in de slipstream van die beschuldiging werd door dezelfde aanklager de gehele opinieredactie van die krant voor ‘neo-fascistisch’ uitgemaakt. Pam pikte het niet, en liet zijn advocaat aangifte doen.

En zo gaat dat dag in, dag uit, week in, week uit, jaar in, jaar uit, door op Twitter. We hebben het zelf niet bijgehouden, maar de kans is groot dat er dagelijks diverse aangiften bij de politie worden gedaan vanwege dit soort ‘gedoe’ op het platform.

Waarbij, nogmaals, helemaal niemand kijkt naar de dingen die echt interessant zijn. Zoals het bestaan van een IAT-test, de werkelijke mechanismen van racisme en de eventuele lessen die daarvan kunnen worden geleerd.

En in dit voorbeeld gaat het toevallig over racisme. Maar over een tijdje is er weer een ander maatschappelijk thema waarover iedereen elkaar in de haren vliegt.

Sussen?

Het is natuurlijk razend interessant om te kijken hoe je dit soort conflicten kan voorkomen, dan wel sussen (‘de-escaleren’). De escalatietrap (we mogen het volgens het interview in NRC geen ‘ladder’ noemen) van Glasl kan helpen bij het verkrijgen van inzicht in het escalatieproces, en wellicht manieren aanreiken om verdere escalatie te voorkomen. Wij hebben daar ook een studie van gemaakt, en zijn tot interessante inzichten en methoden gekomen.

Wat wij echter ook hebben onderkend, is dat mensen van conflicten houden. Mensen houden van spellen spelen. En je zou ze de kost moeten geven die na hun pensionering, tijdens (al dan niet vrijwillige) werkloosheid of anderszins tijd teveel hebben, verlegen zitten om een ‘lekker conflict’. Lui die met snel kloppend hart ’s-ochtends de iPhone pakken om te kijken hoe er is gereageerd op een hitsend berichtje op Twitter.

En het is natuurlijk niet alleen Twitter of sociale media waar dit soort spellen worden gespeeld. Tal van burenruzies en andere conflicten bestaan bij de gratie van het ‘genieten’ van een conflict. Het hebben van een conflict geeft betekenis aan het saaie dagelijkse bestaan. Het is als een voortgaande schaakwedstrijd. Elke dag weer een zet. Een toernooi. Iets om naar uit te kijken.

Samen de afgrond in

De laatste trede van de conflicttrap van Glasl heet ‘Samen de afgrond in’. Het is het punt waarop mensen denken: ‘Ik ben nu zo kwaad, dat schade aan mijn eigen persoon me niks meer interesseert. Als die ander maar kapot gaat.’

Een advocaat zou zeggen: ‘Dat zijn de beste klanten.’

En zo is het ook. Het zijn de mensen die een doel in het leven hebben gevonden. Ze gaan er helemaal voor. Ze zijn bij dag en bij nacht bezig met hun advocaat. Voorzien hem (of haar) van alle mogelijke informatie. Trekken zich niks aan van hun bankrekening. En ze voelen zich er heerlijk bij. De adrenaline giert door het lichaam, en de hersenen dansen erop.

Wat dat betreft zijn advocaten, en in wezen de hele rechterlijke macht, soms als ‘drugsdealers’. Ze voorzien in een vraag naar de adrenalinekick die het conflict geeft. Ze zijn de suppliers in het casino dat de rechtspraak is.

En daar is verder weinig onethisch aan. Want wie heeft ooit bepaald dat conflicten moeten worden gesust? Een partij schaak probeer je toch ook niet te ‘de-escaleren’?!