5. Huur algemeen – De algemene regeling van Titel 7.4 : verplichtingen van de huurder
De algemene regeling van Titel 7.4 : verplichtingen van de huurder
***
Afdeling 3 van Titel 7.4 : verplichtingen van de huurder
Tegenover de verplichtingen van de verhuurder (zie vorige hoofdstuk over Afdeling 2) staan de verplichtingen van de huurder. Deze laatst staan in Afdeling 3 van Titel 7.4 van het BW. We zullen er enkele bespreken.
Tegenprestatie
Art. 7:212 BW bepaalt dat de huurder verplicht is om de tegenprestatie (de huurprijsbetaling) op de overeengekomen wijze (bijvoorbeeld door overschrijving op de rekening van de verhuurder) en tijdstippen (bijvoorbeeld voor de eerste van iedere maand) te voldoen.
Veranderingen
De artt. 7:215 en 216 BW gaan over het geheel of gedeeltelijk veranderen van het gehuurde. De verhuurder moet daarvoor toestemming geven.
Kleine herstellingen
Art. 7:217 BW gaat over de zogenaamde ‘kleine herstellingen’ die we bij de bespreking van Afdeling 2 al tegenkwamen. De huurder moet deze op eigen kosten verrichten.
Werkzaamheden en renovatie
Art. 7:220 BW gaat over dringende werkzaamheden die aan het gehuurde moeten worden verricht, en over renovatiewerk waarbij de huurovereenkomst wordt voortgezet.
Onderverhuur
Art. 7:221 BW bepaalt dat de huurder bevoegd is om het gehuurde geheel of gedeeltelijk aan een ander in gebruik te geven (tenzij de huurder moet aannemen dat de verhuurder daartegen bezwaar zal hebben). Onderverhuur mag dus, tenzij het in de huurovereenkomst nadrukkelijk wordt verboden.
Teruglevering
Art. 7:224 BW bepaalt in welke staat de huurder het gehuurde na het einde van de overeenkomst dient terug te geven.