OMGEVINGSRECHT – Bouwvergunning en afwijken van bestemmingsplan

Deze weblog schrijven wij niet voor andere juristen. Wij schrijven hem vooral voor mensen die zich als buitenstaander op het terrein van het omgevingsrecht begeven. Voor hen is het niet altijd even duidelijk hoe de vergunningverlening voor de bouw in elkaar steekt. We hebben er eerder al over geschreven, maar we hebben onlangs weer gezien hoe onbegrijpelijk het omgevingsrecht voor mensen kan zijn. Tijd dus voor een spoedcursusje…

Bouwvergunning

Als u wilt bouwen, dan krijgt u te maken met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (oftewel: ‘Wabo’). In die wet staat het volgende in artikel 2.1, lid 1, onder a en c:

“Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:

1. het bouwen van een bouwwerk, [“bouwactiviteiten”](…)
2. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan (…), [“afwijkingsactiviteiten”]

Oftewel, voor dit soort activiteiten heb je een vergunning nodig, en die heet ‘omgevingsvergunning’.

Er is echter een uitzondering voor het bouwen van een bouwwerk, en die staat in art. 2.1, lid 3 Wabo:

“Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat met betrekking tot daarbij aangewezen activiteiten als bedoeld in het eerste lid in daarbij aangegeven categorieën gevallen, het in dat lid gestelde verbod niet geldt.”

Die algemene maatregelen is het Besluit omgevingsrecht (‘Bor’).

Beoordeling van de aanvraag om een vergunning

Hoe beoordeelt de gemeente een vergunningaanvraag? Wel, dat staat ook in de Wabo. Zo wordt met betrekking tot bouwactiviteiten in artikel 2.10 Wabo vermeld dat (in onze bewoordingen):

de gevraagde vergunning wordt geweigerd indien:

  1. er niet wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit (2.10, lid 1, onder a Wabo),
  2. er niet wordt voldaan aan de gemeentelijke bouwverordening (2.10, lid 1, onder b Wabo)
  3. er niet wordt voldaan aan het bestemmingsplan (2.10, lid 1, onder c Wabo)
  4. er niet wordt voldaan aan de welstandscriteria (2.10, lid 1, onder d Wabo)

Voldoet de aanvraag hier wél aan, dan moet de gemeente de vergunning verlenen.

Afwijken

Als je een aanvraag voor een bouwvergunning indient voor een bouwplan dat in strijd is met het bestemmingsplan, dan wordt die aanvraag niet automatisch afgewezen. In art. 2.10, lid 2 Wabo staat namelijk dat de gemeente eerst hoort te kijken of er niet kan worden afgeweken van het bestemmingsplan.

Hoe kan worden afgeweken?

Hoe beoordeelt de gemeente of kan worden afgeweken van het bestemmingsplan? Wel, daarvoor is art. 2.12 Wabo. Dat artikel stelt (in onze bewoordingen):

Als een aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan, kan de vergunning toch worden verleend als deze niet in strijd is met de norm van een ‘goede ruimtelijke ordening’, en:
– een regel kan worden toegepast van het bestemmingsplan zelf (‘binnenplanse vrijstelling’), of
– in de bij het Bor bepaalde gevallen (‘kruimelgevallen’),
– in overige gevallen, indien de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.

Die laatste uitzonderingsgrond werd vroeger ‘artikel 19-procedure’ genoemd.

Besluit omgevingsrecht

In het bovenstaande zien we het Bor twee maal tevoorschijn komen:

– waar het uitzonderingen geeft op de vergunningplicht voor het bouwen
– waar het uitzonderingen geeft voor de vergunningplicht voor het afwijken (van het bestemmingsplan).

Deze uitzonderingen staan in bijlage II van het Bor. In artikel 2 van die bijlage staan de gevallen waarin geen vergunning is vereist voor bouwen en afwijken, in artikel 3 staan de gevallen waarin geen vergunning is vereist voor bouwen, en in artikel 4 staan de gevallen waarin op een ‘lichte’ manier kan worden afgeweken van het bestemmingsplan.

Vragen en advies

Hebt u vragen over het omgevingsrecht? Neem dan contact met ons op:

Contact

Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.