OMGEVINGSWET – Omgevingsvergunningvrij bouwen: Van Bor naar Bbl
Laatst vroeg iemand me waar de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het oude Besluit omgevingsrecht waren ‘geland’ in de nieuwe Omgevingswet. Hij vond het maar een hele uitzoekerij met die ‘knip’ tussen de technische vergunning en de ruimtelijke. Ik maakte de vergelijking met de invoering van de euro ruim twintig jaar geleden. Toen waren we ook steeds aan het terugrekenen. Totdat we dat zomaar ineens niet meer deden, en de wereld nog steeds goed te hanteren bleek. Soms moet je het oude loslaten om het nieuwe volledig te omarmen. Maar goed, toch een kort stappenplan voor zij die willen blijven ‘omrekenen’.
De ‘knip’
Voor het bouwtechnische deel geldt: een omgevingsvergunning is niet vereist, tenzij in het Besluit bouwwerken leefomgeving (‘Bbl’) staat dat die wel is vereist (art. 5.1, lid 2 sub a Omgevingswet, ‘Ow’).
Voor het ruimtelijke deel geldt: een omgevingsvergunning is wel vereist, tenzij in het Bbl staat dat die niet is vereist (art. 5.1, lid 1, sub a Ow).
Het bouwtechnische deel
De stappen zijn de volgende:
A: geen omgevingsvergunning vereist, tenzij(1)…
B: het ‘tenzij(1)’: voor de bouwactiviteiten als omschreven in art. 2.25 (met dak) en 2.26 (zonder dak) van het Bbl is wel een vergunning vereist, tenzij(2)…
C: het ‘tenzij(2)’: voor de bouwactiviteiten als omschreven in art. 2.27 Bbl is alsnog geen vergunning vereist (hier staat o.a. de bekende ‘gevolgklasse 1’ van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, ‘Wkb’)
Het ruimtelijke deel
Dit betreft de toets aan het omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan) en welstand.
De stappen zijn de volgende:
A: wel een omgevingsvergunning vereist, tenzij…
B: het ‘tenzij’: voor de bouwactiviteiten als omschreven in art. 2.29 van het Bbl is geen omgevingsvergunning vereist. Dit wordt ook wel ‘landelijk omgevingsplanvergunningvrij bouwen’ genoemd. De bouwactiviteit hoeft ook niet te voldoen aan het omgevingsplan.
De gevallen die in art. 2.29 Bbl worden genoemd, komen grotendeels overeen met die van art. 2 van bijlage II Bor.
C: Art. 22.26 Bruidsschat bepaalt dat alle andere bouwactiviteiten vergunningplichting zijn.
(PS: art. 22.26 en het hierna genoemde 22.27 staan in het tjdelijke deel van het gemeentelijke omgevingsplan. Zie daarvoor het Omgevingsloket)
D: Art. 22.27 Bruidsschat bepaalt welke van die bouwactiviteiten vervolgens weer niet vergunningplichtig zijn. Dit wordt ook wel ‘gemeentelijk omgevingsplanvergunningvrij bouwen’ genoemd. Deze bouwactiviteit moeten echter wél aan het omgevingsplan voldoen (er is enkel geen vergunning voor nodig).
De gevallen die in art. 22.27 Bruidsschat worden genoemd, komen grotendeels overeen met die van art. 3 van bijlage II Bor.
Overige
Ten slotte zijn er nog twee bouwactiviteiten die voorheen in art. 2 bijlage II Bor stonden maar die niet landelijk omgevingsplanvergunningvrij zijn gemaakt. Deze zijn gemeentelijk omgevingsplanvergunningvrij gemaakt, en wel zodanig dat ze ook niet hoeven te voldoen aan het omgevingsplan. Deze bouwactiviteiten staan in art. 22.36 Bruidsschat.
Vragen en advies
Hebt u vragen over het recht? Neem dan contact met ons op:
Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.
Willem Brakenhoff