BESTUURSRECHT – Winst en verlies bij de Raad van State, deel 5 (week 1, 2019)
Er wordt door juristen en advocaten veel geklaagd over de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State. Door burgers en bedrijven ingestelde beroepen tegen besluiten van overheidsinstanties zouden bij de Raad van State weinig kans van slagen hebben. Wij willen wel eens weten of dat werkelijk het geval is. En dus zullen we eens in de zoveel tijd het aantal gegronde en ongegronde beroepen turven. Deze keer: deel 5: de uitspraken van 2 januari 2019 (week 1).
Methode
Bij het turven lezen we niet de gehele uitspraak. We kijken enkel naar het dictum van de uitspraak: gegrond versus ongegrond (oftewel, ‘burger / bedrijf in het gelijk gesteld’ versus ‘overheid in het gelijk gesteld’). Dat betekent ook dat we niet naar de gevolgen van het dictum kijken. Wanneer de Raad van State het beroep van een burger gegrond verklaart maar de rechtsgevolgen van het desbetreffende besluit in stand laat, dan tellen we dat bijvoorbeeld als een gegrond beroep (oftewel: burger in het gelijk gesteld).
Zijn er meerdere burgers en/of bedrijven die tegen eenzelfde besluit beroep hebben ingesteld (zoals bijvoorbeeld i.g.v. een bestemmingsplanprocedure) dan zien we dat als één uitspraak. Wordt in dat geval slechts één van meerdere burgers en/of bedrijven in het gelijk gesteld, dan scharen we de gehele uitspraak onder de noemer ‘burger / bedrijf in het gelijk gesteld’.
Een niet-ontvankelijkheid van een burger / bedrijf tellen we als ‘overheid in het gelijk gesteld’.
Heeft een uitspraak meerdere zaaknummers, dan tellen we dit toch als één uitspraak. Wordt in slechts een van deze zaken de burger / het bedrijf in het gelijk gesteld, dan tellen we dat als ‘burger / bedrijf in het gelijk gesteld’.
Heeft een uitspraak meerdere zaaknummers, dan tellen we dit toch als één uitspraak. Wordt in slechts een van deze zaken de burger / het bedrijf in het gelijk gesteld, dan tellen we dat als ‘burger / bedrijf in het gelijk gesteld’.
Ten slotte tellen we enkel de uitspraken in de hoofdzaken. En dus niet de door de Raad van State getroffen voorzieningen.
Niet meetellen
Een uitspraak waarbij de bestuurlijke lus wordt gehanteerd, tellen we niet mee. Die laten we buiten beschouwing. Er kunnen ook andere redenen zijn waarom we een uitspraak niet meetellen (bijvoorbeeld in geval van beroep van een bestuursorgaan tegen het besluit van een ander bestuursorgaan, een beroep van een derde-belanghebbende, onbevoegdheid van de Raad van State, een kwestie over geheimhouding van gedingstukken, of anderszins). Ten slotte tellen we ook vreemdelingenzaken niet mee.
Fouten
We proberen steeds zo zorgvuldig mogelijk te zijn bij het turven. Het kan echter zijn dat er fouten sluipen in ons telwerk. Dat proberen we tot een minimum te beperken. Onze tellingen kunnen dan ook hoogstens als een relatief nauwkeurige indicatie worden gezien.
De uitspraken van 2 januari 2019 (week 1)
Op woensdag 2 januari 2019 (week 1) heeft de Raad van State 16 uitspraken gedaan in hoofdzaken (zo troffen we aan na selectie op datum). Deze hebben we alle meegeteld. Van de 16 uitspraken geldt dat de Raad van State de overheid in 10 zaken in het gelijk heeft gesteld. De burger c.q. het bedrijf werd in 6 zaken in het gelijk gesteld.
Vragen en advies
Hebt u vragen over het bestuursrecht? Neem dan contact met ons op:
Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.