BESTUURSRECHT – Publicatie tekst Wet open overheid

Wet open overheidVandaag – 11 januari 2022 – is de tekst van de Wet open overheid (‘Woo’) gepubliceerd in het Staatsblad (Stb. 2022, 14). De Woo zal per 1 mei 2022 in werking treden. De Woo vervangt de bekende (en beruchte?) Wet openbaarheid van bestuur (de ‘Wob’). Dat betekent echter niet dat er vanaf dat moment niet meer kan worden ‘gewobd’.

‘Wobben’ onder de Wet open overheid

Op grond van artikel 4.1, lid 1 van de Woo kan iedereen ‘een verzoek om publieke informatie’ indienen bij de overheid (een ‘bestuursorgaan’). Onder de Wob heet dat nog ‘een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid’. ‘Publieke informatie’ in de zin van de Woo is informatie die is neergelegd in documenten die berusten bij de overheid. En een ‘document’ is een door de overheid opgemaakt of ontvangen stuk dat verband houdt met de publieke taak van de overheid. Er is dus sprake van andere terminologie.

Indienen van een verzoek

Een verzoek kan mondeling of schriftelijk worden ingediend en kan elektronisch worden verzonden op de door het bestuursorgaan aangegeven wijze (art. 4.1, lid 2 Woo). En de verzoeker hoeft – net als onder de Wob – bij zijn verzoek geen belang te stellen (4.1, lid 3). Je hoeft dus niet aan te geven waarvoor je de informatie nodig denkt te hebben.

Behandeling van het verzoek

De overheid moet binnen 4 weken reageren op het verzoek (art. 4.4, lid 1 Woo). Die termijn mag ze eenmaal verlengen met 2 weken (4.4, lid 2). Onder de Wob mag de overheid nog met 4 weken verlengen.

Geen dwangsom

De overheid is geen boete (‘dwangsom’) verschuldigd als ze niet op tijd beslist (art. 8.2 Woo). Dat is onder de Wob ook niet meer het geval. Ooit was dat wel zo, maar vanwege misbruik is die regeling geschrapt. Mensen dienden destijds namelijk lukraak Wob-verzoeken in bij de overheid met als enige reden om dwangsommen te innen.

Antimisbruikbepaling

Hoewel Wob-verzoeken niet meer worden ingediend om dwangsommen op te strijken, wordt de Wob nog regelmatig misbruikt. De behandeling van een Wob-verzoek is veel werk voor de overheid. En soms dienen mensen verzoeken in met geen andere reden om de overheid aan het werk te zetten. Reden is bijvoorbeeld dat men kwaad is over een besluit van de overheid. Vandaar dat in art. 4.6 van de Woo een antimisbruikbepaling is opgenomen:

“Indien de verzoeker kennelijk een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie of indien het verzoek evident geen bestuurlijke aangelegenheid betreft, kan het bestuursorgaan binnen twee weken na ontvangst van het verzoek, dan wel onverwijld nadat is gebleken dat de verzoeker kennelijk een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie, besluiten het verzoek niet te behandelen.”

In de Memorie van Toelichting bij de Woo wordt dit als volgt toegelicht:

“Verzoekers om informatie krijgen door dit voorstel het recht op toegang tot informatie en bij hun verzoek hoeven zij geen belang te stellen. Dit kan aanleiding geven tot misbruik van het recht op toegang, bijvoorbeeld wanneer een burger een conflict heeft met een orgaan en vervolgens een grote hoeveelheid verzoeken, gericht op het verstoren van het functioneren van het orgaan. In zulke gevallen, wanneer uit het verzoek blijkt dat kennelijk sprake is van misbruik, kan het orgaan de Informatiecommissaris gemotiveerd toestemming vragen het verzoek op die grond af te wijzen.”

Weigeringsgronden

De bekende weigeringsgronden (voor ‘gevoelige’ informatie) uit de artikelen 10 en 11 van de Wob keren in enigszins aangepaste vorm terug in de artikelen 5.1 en 5.2 van de Woo.

Vragen en advies

Hebt u vragen over de Wob of de Woo? Neem dan contact met ons op:

Contact

Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.