ALGEMEEN – Het Urgenda-arrest : niks geen ‘dikastocratie’
Volgens de website onzetaal.nl is het woord ‘dikastocratie’ nooit courant geworden in onze taal. Het betekent ‘rechtersstaat’, of ‘staat waarin de hoogste macht berust bij de rechterlijke macht’. Het woord kwam deze week in de media voorbij naar aanleiding van het Urgenda-arrest van de Hoge Raad. We gaan er in deze blog wat hardop over nadenken…
Urgenda-arrest
Over het Urgenda-arrest gaan we het hier niet uitgebreid hebben. Op de website van de Rechtspraak staat namelijk een prima samenvatting. We hebben de uitspraak van het Hof eerder wel uitgebreid besproken. Die uitspraak is door de Hoge Raad in stand gelaten.
Bottomline is dat de staat door de rechter, tot in hoogste instantie, in deze zaak werd verplicht om de internationaal vastgestelde luchtkwaliteitsnormen na te leven. Basis van die verplichting is het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (‘EVRM’).
Niet voor het eerst
Zoals we in onze blog van september 2019 schreven, gebeurt het vaker dat de rechter de overheid op de vingers tikt. We verwezen daarbij naar de stikstof-uitspraak van de Raad van State. Maar we kunnen naar nog veel meer uitspraken verwijzen. Begin deze eeuw hadden we al te maken met de luchtkwaliteitsproblematiek waarbij vele bouwprojecten stil kwamen te liggen vanwege Europese regels die de nationale overstegen. Meer recent zegeviert de Europese Dienstenrichtlijn in de nationale ruimtelijke ordening. En dan hebben we het nog slechts over het bouw- en bestuursrecht. In het auteursrecht en financieel recht is er namelijk ook van alles aan de hand in dit opzicht.
De rechter verplicht de overheid
Waar het bij dit alles op neerkomt, is dat de manoeuvreerruimte van de nationale trias-machten steeds kleiner wordt. De kaders van die ruimte worden internationaal gesteld. Deze worden gevormd door het eerder genoemde EVRM. En natuurlijk ook door alle regels die uit Brussel komen. En met het vorderen der tijd, komen er steeds meer regels uit Europa (en van elders).
Onze Grondwet bepaalt dat die internationale regels voorrang hebben in Nederland. Zie de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet:
Artikel 93: “Bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties, die naar haar inhoud een ieder kunnen verbinden, hebben verbindende kracht nadat zij zijn bekendgemaakt.”
Artikel 94: “Binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.”
De grondige lezer zal zich afvragen wanneer sprake is van ‘ieder verbindende bepalingen’. Maar laten wij niet in details treden, en vaststellen dat dat met betrekking tot EVRM en Europa al snel het geval is.
De Nederlandse rechtsorde
De Nederlandse rechtsorde is dan ook doordrenkt van internationale regels. Dat valt niet meteen op, omdat veel Europese regels worden ‘omgezet’ in Nederlandse wetten. Het lijkt dan alsof we met een ‘gewone’ Nederlandse wet van doen hebben, maar in feit gaat het om niets anders dan een vertaalde Brusselse tekst.
Betekent dat dat de rechter aan de macht is?
Alle drie de ‘triassen’ in Nederland zijn in gelijke zin gebonden aan het internationale recht. Maar dat recht vindt enkel zijn concrete toepassing in het kader van de rechtspleging.
Als de uitvoerende en wetgevende macht in Nederland regels en beleid opstellen welke in strijd zijn met internationale verdragen, gebeurt er in feite niet zoveel. Het is louter tekst op papier. Maar als er vervolgens wordt gehandeld op basis van die tekst, en iemand is het er niet mee eens en stapt naar de rechter, pas dan ontstaat ineens de vraag naar de rechtmatigheid van uitvoering en wetgeving. En die vraag wordt beantwoord door de rechter.
Maar dat betekent niet dat de macht aan de rechter is. Het betekent enkel dat de macht in concreto doorwerkt via de rechter. Maar dat deed die altijd al. Waar die macht ook vandaan kwam. Het is immers altijd de rechter die recht – en dus macht(!) – toepast in het concrete geval.
De nationale trias als uitvoerende macht
De macht zelf is gelegen in Brussel, en in die andere hoofdsteden waar internationaal recht wordt gemaakt. De Nederlandse trias – uitvoerend, wetgevend en rechterlijk – is slechts een vertaalmechanisme van die macht. ‘Implementeren’ heet dat vertalen met een deftig woord. En in dat implementeren is de nationale rechterlijke macht niet meer leidend dan de andere twee. Alleen wordt ie bij de rechterlijke concreet gemaakt.
Wat dat betreft is de term ‘dikastocratie’ misleidend. De macht is namelijk niet bij de rechters. De macht is bij de internationale verdragen. Het zijn alleen de rechters die die verdragen vanuit hun functie moeten toepassen. Een functie die zich vooral doet gelden wanneer de wetgevende en uitvoerende macht hun verplichtingen tot naleving van het internationale recht niet nakomen.
Vragen en advies
Hebt u vragen over het bestuurs- en staatsrecht? Neem dan contact met ons op:
Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.