MOTIVATIONEEL – Omgevingswet, waarschuwen en de evolutietheorie van (wetgevings)projecten
Naast jurist ben ik ook toegepast psycholoog. Ik vind het dan ook zeer interessant om juridische zaken vanuit een sociaal-psychologisch perspectief te bekijken. Dezer dagen doe ik dat met betrekking tot de nieuwe Omgevingswet. Deze wet is al in 2016 gepubliceerd in het Staatsblad, en zal op 1 januari 2024 in werking treden, na vele malen te zijn uitgesteld. Dat uitstel had met name te maken met het feit dat de aan de wet gekoppelde digitale infrastructuur steeds niet op orde bleek. Dat zou nu anders moeten zijn. Maar velen waarschuwen voor ongelukken. De vraag die ik mezelf – als psycholoog – stel is: heeft waarschuwen eigenlijk wel zin?
Klokkenluiden
Je komt ze tegen op LinkedIn en elders, de mensen die waarschuwingen uiten over de digitale infrastructuur bij de Omgevingswet. Deze infrastructuur heet ‘DSO’ (‘Digitaal Stelsel Omgevingswet’). De werking van de wet valt of staat met het functioneren van dit DSO. De desbetreffende personen menen dat dit per 1 januari 2024 nog niet op orde zal zijn. Sommigen betwijfelen zelfs of dat ooit gaat lukken.
Deze twijfels worden hardop geuit op de sociale media. Ook door lieden die direct betrokken zijn of waren bij het digitaliseringsproject. Het schijnt sommigen van hen al de kop te hebben gekost, in die zin dat zij niet langer opdrachten krijgen van de overheid. Hetgeen op zich nog wel voorstelbaar is. Je wilt immers geen dwarsliggers in je team. Zeker niet als het team tegenwind ervaart. Dan moeten er juist schouders onder worden gezet en moeten de neuzen dezelfde kant op staan.
Maar goed, deze ‘klokkenluiders’ hadden het er kennelijk voor over. En dat valt op zich ook wel weer te prijzen. Want zij waarschuwen voor een fiasco. En een gemeende en/of terechte waarschuwing is natuurlijk altijd welkom.
Het waarschuwen heeft evenwel geen effect. De minister heeft de wet door de Tweede en Eerste Kamer geloodst en verder uitstel is volgens hem uit den boze. We zullen er dus aan moeten geloven op 1 januari aanstaande.
Heeft waarschuwen zin?
Met klokkenluiders loopt het altijd slecht af. Ze hebben de sympathie van het publiek. Maar daar hebben ze bar weinig aan. Het publiek bestaat uit buitenstaanders. Die hebben geen enkele invloed op het wel en wee van de klokkenluider. Degenen die die invloed wel hebben, uiten naar buiten toe waardering voor de klokkenluider maar branden hem of haar intern af. Vervolgens kwijnt de klokkenluider buiten het zicht van het publiek weg. Terwijl deze constateert dat zijn waarschuwingen geen enkel effect hebben gehad.
Heeft waarschuwen zin? Wel, ik durf de stelling te betrekken dat dat niet of nauwelijks het geval is. Met name grote (wetgevings)projecten zijn als mammoettankers. Eenmaal op koers zijn ze niet meer te keren. Dat heeft met allerlei psychologische mechanismen te maken. En met allerhande denkfouten en heuristieken (‘fallacies’). Zoals de ‘sunk cost fallacy’, en natuurlijk de bekende in- en outgroupmechanismen. Rond een project vormt zich een team dat bestaat uit allemaal gelijkgerichte neuzen die een belangrijk deel van hun identiteit ontlenen aan hun teamlidmaatschap. Bekritiseer het project en je bekritiseert het team. En bekritiseer het team, en je bekritiseert de persoon. Het leidt enkel tot een strakker teamverband en grotere overtuiging binnen het team dat men op de juiste weg is. Daar zijn onderzoeken naar gedaan. Zie het boek ‘When Prophecy Fails’ van Leon Festinger.
De evolutietheorie van (wetgevings)projecten
Het doet mij allemaal denken dat – om de metafoor door te zetten – enkel de wal het schip kan keren. Projecten worden niet halverwege gekeerd of stopgezet, maar te allen tijde tot het eind toe doorgezet. En aan dat einde blijkt dan of sprake is van een fiasco of een succes. We hebben het eerste kunnen zien bij de Fyra, bij talloze ICT-projecten, en vele andere projecten in binnen- en buitenland. Vele van dergelijke projecten waren een ongeluk in slow motion, oftewel een ‘accident waiting to happen’. En velen zullen intern en extern hebben gewaarschuwd, maar het project werd desondanks tot het eind toe volgehouden om hetzij alsnog te falen, hetzij met vele extra miljarden overeind gehouden te worden, hetzij alsnog een succes te worden.
Dit spreekt echter geheel voor zich. Wij mensen zelf zijn immers ook geëvolueerd tot wat we nu zijn door steeds tegen een wal aan te varen. Dat is de essentie van het (neo)Darwinisme: de wezens op deze aarde lopen als een kip zonder kop rond waarbij een groot aantal tegen de wal aanvaart en uitsterft, en andere de wal ontlopen en overleven. Die laatste heten dan het ‘meest geschikt’ (‘fittest’) te zijn, maar zullen enige tijd later alsnog over de rand vallen. En zo ontwikkelt de evolutie zich voort, met eigenaardige voorlopige eindresultaten als kippen, cavia’s en, dus, wij mensen. Het begrip ‘waarschuwen’ komt in de evolutietheorie niet voor. Een soort zal zijn uitsterven nooit op basis van waarschuwen of andere anticipaties voorkomen. Dat is de kern van de evolutietheorie: Het is altijd de wal die het schip keert, en niet de schipper.
En zo gaat dat ook met (wetgevings)projecten: het gaat goed zolang het goed gaat. Gedurende de ontwikkeling van het project zijn de ‘fittest’ degenen die zich volledig conformeren aan het project en zijn team. De ‘unfit’ – zoals klokkenluiders, waarschuwers en criticasters – vallen af. En aan het einde van het project zal blijken of het project zelf ‘fit’ is. De Fyra was het niet en stierf een stille dood met als kennelijk gevolg dat de gehele soort ‘hogesnelheidslijn’ voor eens en altijd uitgestorven lijkt te zijn in Nederland. Andere projecten overleven wel, zij het tijdelijk. Om na verloop van tijd vervangen te worden door iets ‘fitters’. En, zoals dat in de evolutietheorie past, wordt dat alles zonder enige emotie gade geslagen. Over de Fyra wordt eenvoudigweg nooit meer gesproken, zoals ook nooit iemand het nog heeft over de Dodo. En de betrokkenen bij het project zijn gepromoveerd naar andere functies.
Houtje-touwtje
In de meeste gevallen overleven de houtje-touwtje soorten. De soorten die ‘vooralsnog fit genoeg’ zijn. Want dat is ook een essentie van de evolutietheorie: alles wat overleeft, overleeft slechts ternauwernood, voorlopig en voorwaardelijk. De overlevers zijn de ‘het kan ermee door-projecten’, de ‘we zullen het ermee moeten doen-producten’. De kans is groot dat de nieuwe Omgevingswet tot die categorie gaat behoren. Al snel na 1 januari 2024 zullen de eerste pleisters op het stelsel worden geplakt. Nieuwe onderdelen met namen als ‘vervallen’, ‘wetswijziging’ of ‘quinquies’ zullen op het stelsel worden aangebracht en de digitale infrastructuur zal eenzelfde lot ondergaan. Een beetje op de manier waarop een computergeleerde van Microsoft ooit over Windows sprak: “Het beste kunnen we helemaal opnieuw beginnen met een besturingssysteem, maar in plaats daarvan doen we het met regelmatige updates en andere pleisters op het systeem.”
Maar goed, is het met wetgeving ooit anders geweest?
Vragen en advies
Hebt u vragen over het recht? Neem dan contact met ons op:
Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.
Willem Brakenhoff